Het Houtland dankt zijn naam aan de vele hagen, heggen en bosjes die het agrarische landschap tot het midden van de twintigste eeuw kenmerkten. Deze houtkanten waren van nut voor de mens. Ze leverden brand- en timmerhout en de doornige struiken hielden het vee binnen de weide. Het Houtland van vroeger kende zonder meer een rijke biodiversiteit.
De technologische ontwikkelingen brachten een ingrijpende verandering van het landschap met zich mee. Zo bijvoorbeeld maakte de uitvinding van prikkeldraad de doornhagen overbodig. De kleine landschapselementen verloren snel hun nut en moesten ook plaats maken voor de oprukkende bebouwing en een grootschaliger landbouwbedrijfsvoering. Gedurende de voorbije vijftig jaar zijn heggen, hagen en bosjes dan ook massaal uit het landschap verdwenen.