Bosrijke regio

Bij de bebossing van de heidevelden werden vooral productieve naaldhoutsoorten aangeplant. Rondom de kasteelparken werd soms gekozen voor beukenbos. De ontginning bracht een volledige landschapsconversie tot stand: de open veldlandschappen werden omgezet in gesloten bosgebieden.

Ontstaan en evolutie

Tijdens de tweede wereldoorlog werden heel wat bossen gekapt, waarna opnieuw naaldbomen werden aangeplant. De meeste bosbestanden zijn dus ongeveer 60 jaar oud. Door gebrek aan rendabiliteit in de tweede helft van de twintigste eeuw werden de productiebossen verwaarloosd. De laatste jaren is echter een inhaalbeweging aan de gang: de bossen worden gedund en omgezet naar gemengde bestanden van loof- en naaldhout. Op de zandgronden van het Houtland ontwikkelt zich van nature een zuur eiken-berkenbos.

Een aantal bossen in het Houtland is nooit omgezet in heide. Voorbeelden hiervan zijn het Wijnendalebos op de grens Torhout/Ichtegem en de Vorte bossen in Ruiselede. Deze bossen hebben een prachtige voorjaarsbloei.

 

 

Vleermuisvriendelijk bosbeheer

In het huidige bosbeheer worden broedvogels tijdens de broedperiode ontzien dankzij de zogenaamde ‘schoontijd’. Vleermuizen hebben vaak minder geluk: sommige soorten leven het jaar rond in bomen en boomholten, maar het is voor bos- en parkbeheerders soms erg moeilijk om daar in hun beheerplan rekening mee te houden. Het Regionaal Landschap reikt daarom eigenaars en beheerders van parken en bossen praktische tips aan om waar het kan toch zoveel mogelijk rekening te houden met vleermuizen.