Als Regionaal Landschap liggen wij in het uiterste noordwesten van Vlaanderen. De nabijheid en invloed van de kust speelt een belangrijke rol in (de geschiedenis van) ons landschap. Samen met Regionaal Landschap Westhoek en de twee Stadslandschappen West-Vlaamse hart en Leie en Schelde werken we rond landschap en natuur in de provincie West-Vlaanderen.
Het Regionaal Landschap Houtland (oranje) & Polders (grijs) strekt zich uit over 15 gemeentes: Beernem, Blankenberge, Bredene, Brugge, Damme, De Haan, Gistel, Ichtegem, Jabbeke, Knokke-Heist, Oostkamp, Oudenburg, Torhout, Zedelgem en Zuienkerke.
Kenmerkend is de landschapsvariatie in deze regio. In het zuidelijke streekdeel (Torhout) komen veel bossen en dreven voor. Vanaf Gistel zitten we in vlak een polderlandschap. Aan de kust zijn de duinen de meest typerende landschapselementen.
Het Houtland is op vele plaatsen nog gezegend met kernmerkende natuurelementen die het gevolg zijn van een rijke landschapsgeschiedenis. Kenmerkende landschapselementen zijn de percelen in dambordpatroon en de dreven. Maar ook bossen en heidegebieden vinden hun oorsprong in die geschiedenis. Bouwkundig erfgoed zoals de kastelen met hun ijskelders zijn eveneens typerend.
In de Middeleeuwen kenmerkten uitgestrekte loofbossen de regio. Bossen waren de ideale plaats om te jagen op reeën en het sprokkelhout leverde brandstof om te koken. Maar met de bevolkingsgroei verdwenen deze oerbossen. Hout was immers noodzakelijk voor de bouw van huizen. Rijkere gronden werden eerst ontbost ten voordele van de landbouw. Nadien verdwenen ook de bossen op de arme zandgronden. Op die gronden graasden schapen waardoor jonge boompjes de kans niet kregen op te groeien. Typische heideplanten kregen hier de bovenhand en er ontstond een veldgebied. Dat verklaart overigens de herkomst van de term 'veld' in heel wat plaatsnamen. Veld stond voor woeste grond, ook wel wastine genoemd. Zo was het huidige Bulskampveld één van de grootste heidevelden in Vlaanderen. Het strekte zich uit van Aalter tot Torhout en was meer dan 10.000 ha groot. Behalve voor begrazing werd het gebied ook voor de visserij gebruikt. Honderden veldvijvers voorzagen de bewoners van verse vis.
Vanaf de tweede helft van de 18de eeuw startte de ontginning van deze 'woeste gronden'. Onder impuls van grote herenhoeven en enkele abdijen werden onrendabele veldgebieden omgevormd tot productiebossen, akkers of weilanden. De landbouwgronden werden in kavels van drie ha verdeeld en door ontginningsdreven omzoomd. Dit resulteerde in het typische drevenlandschap die dambordvormige percelen omgeven en nog steeds in het huidige landschap zijn terug te vinden.
De aanplant van naaldhout dateert uit de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. In die tijd werden ook de kasteelparken zoals Male, Tillegem en Wijnendale aangelegd.
Op vandaag wordt gekozen voor het aanplanten van meer natuurlijk bos met inheemse loofbomen en struiken zoals zomereik, hazelaar en sleedoorn. Het Houtland is de meest bosrijke streek van onze provincie. Dat staat garant voor een bijzonder rijke natuur waar je als fietser of wandelaar volop van kan genieten.
Het Polderlandschap kenmerkt zich, als gevolg van een samenhangende geschiedenis tussen mens en natuur, door een mozaïek van kreekruggen en komgronden, gecompartimenteerd door oude dijken, geulen, kreken en kanalen, die op vandaag als natuurverbindingsstructuren het landschap kleur geven.
2.500 jaar geleden doorbrak de stijgende zee de duinengordel, waardoor grote delen van het toenmalige veenmoeras overspoelden met zout zeewater. Door de getijdenwerking ontstonden grote en kleine getijdengeulen (kreken), uitgeschuurd in de veenmassa. In de kreken werd daarna zand en schelpgeruis afgezet. Op de veeneilanden werd klei afgezet. De kustvlakte is door deze afzettingen vrij effen van oppervlak.
Later bouwde de mens dijken om het gebied te beschermen tegen de overstromingen van de zee. Dergelijke ingedijkte delen noemen we 'polders'.
Indijking vraagt om een doordacht waterbeheer dus werd ook een afwateringsstelsel met kanalen en sluizen aangelegd. Boerderijen brachten gronden in cultuur, veelal ter hoogte van lage ruggen in het landschap. Op drogere ruggen kwam akkerland, de nattere kommen werden weilanden.
Op het eind van de 16de eeuw ontstaan de zogenaamde historische polders. Het landschap kenmerkt zich door brede, kronkelende geulen, ontstaan als gevolg van een kunstmatige onderwaterzetting van de zee om de stad Oostende tegen belegeraars te beschermen.
In de 18de eeuw werden de kreken afgedamd. De meeste zijn nu dichtgeslibd en zijn te zien als ondiepe geulen in het landschap. Diepere geulen die niet dichtgeslibd zijn, vormen nu waardevolle, prachtige natuurgebieden met rietkragen (bv de Zoutekreek).
2004
2006
2007
2008
2008
2009
Aanplant geboortedreven in Ichtegem, Oostkamp en Varsenare.
2011
2011
2016
Begraafplaats Sint-Amandus
2017
2017
Paalbos (Brugge)
2019
2021
maart 2022
Houtland zoemt wordt Jouw tuin zoemt maar voor de rest blijft alles hetzelfde.
Samenaankoop voor bijvriendelijke, biologisch, streekeigen en autochtoon plantgoed.
Het Landschapspark Bulskampveld is het bosrijkste gebied van West- en Oost-Vlaanderen. Het is maar liefst 90km² groot en dus dé bestemming bij uitstek voor een dagje ontspannen in het groen.
In het Bezoekers- en Natuurcentrum Bulskampveld vind je meer info over de streek. Het centrum organiseert ook tal van activiteiten voor alle doelgroepen.
Het Zwin Natuurpark is een interactief natuurbelevingspark voor het hele gezin. Ga op ontdekking in het natuurgebied of geniet van panoramische zichten vanop de uitkijktoren of het kijkcentrum.