Fietsen op het jaagpad langs het kanaal Brugge-Oostende

Langs het jaagpad getuigen sluisjes en pompstations van de inpoldering van de Brugse Polders. Het kanaal verbindt ook verschillende natuur- en Natura 2000-gebieden, habitat- en vogelrichtlijngebieden. Planten en dieren kunnen zich van het ene naar het andere gebied verplaatsen via de groene oevers van het kanaal.



Scheepsdalebrug, Brugge

Startplaats

35km

Afstand
Delen

Fietsen op het jaagpad langs het kanaal Brugge-Oostende

De geschiedenis van het Kanaal Gent-Oostende gaat terug tot de 13de eeuw. Het is het oudste kanaal van ons land. Oorspronkelijk liep het kanaal enkel tussen Brugge en Gent. In de 17e eeuw werd er, deels in de bedding van de Ieperlee, een verbinding met Oostende gegraven. Tussen Brugge en Oostende vangt het kanaal vooral polderwater op. Om de gronden achter de dijken te draineren en regenwater naar zee af te voeren, legde men een stelsel van grachten en kanalen aan. Zo ontstonden de Brugse Polders. Langs het jaagpad getuigen de sluisjes en pompstations van deze inpoldering.

 

Wist je dat...

…het waterpeil in de polders kunstmatig laag of hoog wordt gehouden? Het gebied rond het kanaal is immers een belangrijk landbouwgebied en landbouwers zijn afhankelijk van dit peilbeheer. In de winter en het voorjaar laat een lage waterstand landbouwers toe hun akkers te bewerken. Een hoger waterpeil in de zomer garandeert voldoende drinkwater voor het vee en kan gebruikt worden om akkers te bevloeien.

 

© openstreetmap

Verken het traject

Pauwel Bogaert, coördinator van het Regionaal Landschap Houtland & Polders, licht de gebieden toe die je langs dit traject van 35 kilometer te zien krijgt.

Vertrekken doe je in Brugge ter hoogte van de Scheepsdalebrug. Als je de Steenkaai volgt richting AZ Sint-Jan passeer je net voorbij een betonbedrijf het natuurgebied de Meetkerkse Moeren (1). Als je stopt aan het infobord op de dijk, heb je een mooi uitzicht over dit 570 hectare grote natuurgebied. “De Meetkerkse Moeren is een voormalig veenmoeras”, weet Pauwel. “Behoorlijk uniek want de bodems van onze Oostkustpolders bestaan in hoofdzaak uit klei. In 1986 werd hier in kader van de ruilverkaveling Houtave een molen gebouwd dat gebruikt werd als pomp om de Moeren te ontwateren. Bloemenrijke graslanden moesten plaats maken voor akkers en intensief gebruikte graslanden en dat ging ten koste van heel wat planten en dieren. Maar het tij keerde. Begin 21ste eeuw kocht het Vlaamse Gewest gronden aan en startte met een natuurinrichtingsproject. Het waterpeil werd opnieuw verhoogd door stuwtjes te plaatsen op de sloten en laantjes werden opnieuw uitgegraven om de hooilanden vochtig te houden. Ook een deel van de centrale Eendenkooi, een vijver waar vroeger eenden werden gevangen voor consumptie, werd in zijn oorspronkelijke staat hersteld.”

Enkele honderden meters voorbij de Stalhillebrug ligt de Schobbejak (2), een klein natuurgebied nabij Stalhille. “Als je over het brugje over het Noordgeleed rechtsaf gaat, richting het dorpskerkje van Stalhille, ligt het natuurgebied aan je linkerkant.”

Het traject langs het jaagpad vervolgend, komen we langs het natuurgebied ’t Pompje (3), gelegen tussen de Klemskerkestraat en Clemensheulestraat in Ettelgem (Oudenburg). “Het Pompje is een 100 hectare grote site waar vroeger klei ontgint werd. De betonvlaktes die je langs het kanaal ziet liggen, zijn de stille getuigen van de voormalige steenbakkerijgebouwen. Het militair domein met zendstation kent door talrijke natuurontwikkelingswerken sinds 2001 een grote variatie aan biotopen waardoor heel wat planten en vogels hun weg naar dit gebied vonden. Laaggelegen graslanden met zilt grondwater zijn bijvoorbeeld ideaal voor zouttolerante planten zoals de zeeaster.”

We steken het kanaal over in het gehucht Plassendale (4), op de kruising met het kanaal naar Nieuwpoort. “Bezienswaardig zijn de beschermde, pittoreske oude die nog met de hand opengedraaid moeten worden. Het piepkleine Spaans Tolhuis langs het jaagpad was ooit de toegangspoort van een stevig 17de -eeuws fort. “Nu is het een fietscafé waar je even kunt afstappen”, knipoogt Pauwel.

Aanrader is even uit te wijken richting de Zwaanhoek (5) vooraleer de terugtocht langs de andere zijde van het kanaal aan te vatten. Dit gebied, gelegen langs het kanaal Nieuwpoort – Plassendaele is een 100 hectare groot reservaat van Natuurpunt met weilanden, sloten en moerassen. “Hier overwinteren duizenden ganzen en eenden die je gemakkelijk vanuit de kijktoren langs het kanaal kunt observeren”, weet Pauwel.

Op de terugweg langs het kanaal kom je vervolgens langs het Paddegat (6), een klein natuurgebiedje gelegen tussen het kanaal en de spoorlijn in Varsenare (Jabbeke). “Het Paddegat is belangrijk als foerageergebied voor eenden, steltlopers en reigerachtigen,” vult Pauwel aan.

Verderop maar nog steeds in Varsenare ligt de Kwetshage (7). Het gebied wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos en maakt samen met onder andere de Lage Moere van Meetkerke, de Schobbejak, ’t Pompje en ‘t Paddegat deel uit van de Blankenbergse Polder Zuid. “In 2013 werd hier de ongebruikte snelwegbrug (de zogenaamde ‘spookbrug’) afgebroken als compensatie voor de aanleg van de A11 autoweg. Bijkomende grondverwerving en inrichtingswerken passen in de natuurcompensaties van de Achterhaven van Zeebrugge. In totaal komt er 29 hectare rietmoeras en 15 hectare poldergrasland bij. Hiermee moet het gebied nieuwe vogels lokken als de bruine kiekendief, de roerdomp en de porseleinhoen.”

Aan de overzijde van het betonbedrijf, nog voor je onder de N31 rijdt, liggen de domeinen van kasteel Bloemendale (8) en kasteel Ter Lucht. “Een kleine omweg via de Bloemendalestraat naar de bedevaartskapel ‘Onze-Lieve-Vrouw van het Boompje’ is beslist de moeite waard!”

We eindigen de tocht aan het Waggelwater (9), op de grens van Brugge en Sint-Andries. “In dit kleine gebiedje van nog geen 7 hectare ligt een speelbosje en een visvijver. Je kunt er op de dijken wandelen en genieten van de voorjaarsflora of van de watervogels,” besluit Pauwel.