Fietsen van Torhout naar Oostende langs de Groene 62, is een beetje reizen door de tijd. “Langs het traject staan spoorweghuisjes met hun karakteristieke, architecturale stijl maar ook diverse cementen signalisatie – en ijkpaaltjes”, vertelt Stefaan, “Al deze elementen verraden dat je op een oude spoorweg aan het fietsen bent. “
Beginnen doen we in de zandstreek in Torhout, het Houtland, ter hoogte van de Aartrijkestraat. “De naam ‘Houtland’ doet de streek hier alle eer aan. Langs de oude spoorroute staan mooie eiken en hakhout van diverse boomsoorten”, vertelt Stefaan.
Wijendale doorkruisen we via een diepe sleuf. “De randen van het plateau van Wijnendaele waren immers te steil voor de trein, dus heeft men aan beide kanten diepe sleuven gegraven met een trager oplopende helling. Drie bruggen in gebogen metselwerk (Foto 1; Knooppunten 81, 70, 74) overspannen deze sleuf ter hoogte van de Warandestraat, de Smissestraat en de Steenstraat”, aldus Stefaan. “Dit zijn echt prachtige staaltjes metselwerk. De sleuven hebben bovendien een bijzonder microklimaat met een vochtige koelte, dat gepaard gaat met een weelderige, opmerkelijke struikvegetatie.“
Als we doorrijden, komen we in de vlakte van Eernegem terecht. “In 1870 werd hier de stationsput van Eernegem (Foto 2; vlak na knooppunt 30) gegraven. Die liep via een 16 km lange buis naar het station van Oostende zodat er zoet water beschikbaar was, nodig voor de stoomlocomotieven. Binnenkort wordt deze plaats in samenwerking met de provincie opnieuw ingericht. Bedoeling is om daar een mooi park van te maken dat aanleunt tegen de Groene 62, met uitkijktoren en fietspunt. Een ideaal rustpunt met picknickbank, halverwege het traject”, verklapt Stefaan.
Van daaruit fietsen we naar de streek van Moere-Nieuwland, een langwerpige laagte, de Gistelse Moere. “Een gietijzeren wegwijzer (Foto 3; knooppunt 34) naar de Statie van Moere (Foto 4; knooppunt 34) verwijst naar één van de mooiste stationsgebouwen al kom je er langsheen het traject natuurlijk veel meer tegen”, weet Stefaan ons te vertellen.
Verderop bemerken we in het landschap een hoogteverschil met de omgeving. De zandrug van Gistel scheidt de kustvlakte (de Polders) van de zandstreek (het Houtland). “Ter hoogte van de Nieuwpoortseweg kan je nog de oude slagbomen (Foto 5; knooppunt 48) zien staan”, licht Stefaan toe.
Van zodra we Gistel verlaten, komen we terecht in het Middelleeuwse polderlandschap. “Om het drassige krekenlandschap in de Polders met de trein te kunnen doorkruisen, werd een verhoogde berm (Foto 6; knooppunt 83) aangelegd. De betonnen boogbrug (Foto 7; knooppunt 83)van 10m hoog verwijst naar de ijzeren draaibrug over de Plassendale vaart (Snaaskerke). Je hebt er een mooi vergezicht op de polders en Snaaskerke. Bovendien is dit het meest bloemrijke stuk. De verhoogde berm zorgt dat het voedselrijke water snel afspoelt. De grond is er dus schraal waardoor er heel wat speciale planten te vinden zijn. Het maai- en afvoerbeheer van de provincie speelt natuurlijk ook een niet onbelangrijke rol”, vult Stefaan aan.
Nog meer naar de kust toe, komen we in de historische polders terecht. Het landschap wordt gekenmerkt door brede, kronkelende geulen met waardevolle natuur. “Het observatiepunt (Foto 8; knooppunten 20 en 11)aan het schorregebied nabij de Zoutekreek, is mijn favoriete halte. Wintertaling, slobeend, lepelaar, kuif- en bergeend… het zijn maar enkele soorten die je er kan aantreffen maar voor vogelliefhebbers zeker de moeite om er even halt te houden.”
De reis eindigt op een boogscheut van het bruisende centrum van Oostende. “Nu nog een mooie link creëren vanuit de Aartrijksestraat naar het centrum van Torhout en dan is het plaatje helemaal compleet,“ besluit Stefaan knipogend.